Onderbouwing ventilatie

Onderbouwing luchtverversing

Op basis van onderzoek over het welbevinden van mensen is het CO2-gehalte bepaald als indicator voor de binnenluchtkwaliteit. NEN 1087 gaat uit van een CO2-grenswaarde van 1200 ppm. Hierbij zal ca 80% van de bezoekers de geur accepteren (de verblijvers-neuzen passen zich aan). Buitenlandse normen gaan uit van een waarde tussen 1000 en 1500 ppm. Zie o.a. Publicatienr RVO-168-1501/RP-DUZA ,

Ventilatie, achtergrond van de eisen EOS-LT DP 2015 WP1.1 datum februari 2011 TNO, W.F. De Gids. Het nieuwste inzicht i.v.m. virussen is om een CO2-concentratie van maximaal 800 ppm na te streven (Uit artikel Gawalo, Hidde Middelweerd).

Basisgegevens:
  • 1 persoon ademt 930 gram CO2 /dag uit.
  • 1 gram CO2 = 516 ppm in lucht.
  • Buitenlucht bevat 400 ppm CO2.

De grafiek laat de relatie zien

  • Voor 1 persoon zal met 25 m3 luchtverversing per uur (7 l/s) de eindwaarde 1200 ppm CO2 worden en in een ‘schone’ kamer van 50 m3 is na 2 uur al een waarde van 960 ppm bereikt.
  • Bij flinke arbeid, speciaal van jongvolwassenen, is de CO2-uitstoot tot factor 4 hoger!
  • Bij onvoldoende verversing zal de CO2-waarde flink toenemen: bijv. 2400 ppm bij 10 m3 verversing.
  • Een flink lagere waarde dan 1200 ppm vereist een enorme vergroting van de verversingscapaciteit, bijvoorbeeld 600 ppm vraagt 100 m3 verversing.
  • Buitenlandse minimale verversingsnormen liggen tussen 3 en 8 l/s - Het is niet zo dat significant hogere CO2-waarden een direct gevaar vormen: Voor schuilkelders is de norm 20.000 ppm. Pas 100.000 ppm CO2 geldt als dodelijk.
  • Planten helpen nauwelijks en 2 uur koken op gas geeft al de waarde van 4 verblijfspersonen.
Deel deze pagina